Mijn partner zingt, kwettert, roept en tjilpt …
… en dat is oké!
Heb je er last van? Lees maar.
Rond onze tent was het goed opletten om levende wezens te zien. Geluiden waren er op deze stille plek in overvloed! Vogels, individuutjes die aandacht vragen, hun boodschappen zenden volgens hun eigen codes. Hoe dat precies werkt, weet ik niet. In mijn beleving roepen ze in het wilde weg en is driekwart van hun inzet verspilde energie. Vast niet! Maar, menselijkerwijs gesproken lijkt er veel ‘langs elkaar heen’ gekwinkeleer te zijn. Ieder vogeltje zingt zoals het ….. Ook dat nog!
Stoor jij je ook regelmatig aan terloopse, ongerichte, onnauwkeurige boodschappen, waarbij toch een zekere opvolging verwacht wordt? Dan kun je iets doen, door de volgende punten te overwegen. In welke herken je jouw situatie?
1) De ander zendt eerst de boodschap, maar heeft nog geen contact gemaakt. De ander verwacht van jou dat je reageert, hetgeen impliceert dat jij geacht wordt het contact verder te onderhouden.
Voorbeelden:
Je partner roept van beneden naar boven: “Wil jij straks even naar mijn fiets kijken? Hij loopt aan.”
Samen in de woonkamer zegt je partner: “Ik vind het niet leuk dat je vanavond weg bent.” “Maar,…” zeg je. De ander maakt geen contact en leest verder of loopt weg, …
2) De boodschap mist empathie. Deze is stellend, dwingend, ligt vlot op jouw bord geschoven, soms ook in jouw belang, maar dat maakt het niet per se meer empathisch. Je mist het vraagteken. Dus, of jij je verbonden gaat voelen met de boodschap is onzeker.
Voorbeelden:
“Ik heb gekookt, mag jij even afruimen.”
“Koffie.”
“De buren komen vanmiddag een uurtje.”
3) De boodschap is impulsief, associatief, schoot te binnen, staat los van een context, los van het nu. Flits! Er is wel een verwachting dat de ontvanger hoort! Er wordt niet altijd direct antwoord verwacht, maar het is wel gezegd.
Voorbeelden:
In de supermarkt: “De contributie is twee keer afgehouden.” (is dit een mededeling of een oproep tot actie?)
Aan tafel tijdens een goed gesprek: “Kijk de leuning zit los.” Volgende dag: “Gisteren zei ik ook al dat hij gemaakt moest worden.”
4) Als 1 tot en met 3 door jou zo zouden worden gezonden, zijn de reacties niet in lijn met wat de ander van jou verwacht in dezelfde situatie. De ander kan best gaan benoemen wat jij nou juist mist in zijn/haar boodschappen.
En wat nu?
Maak eerst voor jezelf bewust waar jullie communicatie (al jaren, en steeds op dezelfde wijze) zwak is.
Voorkom de jij-bak: “Omdat jij van grote afstand iets roept, hebben we steeds ruzie.” De zuivere ik-boodschap is deze: “Ik kan je niet volgen als je me van ver wilt bereiken.”
Help me voortaan door eerst contact te maken door:
– mijn naam te noemen;
– naar me toe te komen;
– me te bellen, te appen of te voicen via WhatsApp.
Dus: maak eerst een verbinding, zodat ik kan afstemmen.”
Mogelijk ben ik zó bezig, dat ik nu niet wil afstemmen. Voor jou doe ik alles, zodra ik begrijp wat je vraagt. Maar … ‘I am not an automatic’, geen kwartjesautomaat, en niet je sloofje.
Effectief afstemmen werkt uitstekend, maar omdat je bezig bent een patroon te veranderen, vraagt het uitleg en volhouden. De uitleg is eenvoudig.
“Ik begrijp je pas goed als je eerst contact met me maakt.”
“Ik wil het klusje doen, maar vraag het later nog eens. Ik onthoud het nu niet.”
“Ik help je graag, maar schrijf op wat je van me verwacht.”
“Ik ben nu bezig, dus ik wil graag later horen wat je bedoelt.”
“Ons gesprek ging daar niet over … Onthoud wat je wilt vragen, graag.”
Zie je wie steeds verantwoordelijk is voor de boodschap? De zender natuurlijk. En zo hoort het! Volhouden!
Geef een reactie