Ik voel het niet, ik ruik het niet en ik proef het niet …
Een blog over knellende relaties.
Is je in het vorige blog de zin ‘Ieder vogeltje zingt … (ook dat nog!)’ opgevallen?
Dat verhaal ging over terloopse boodschappen en het belang van helder communiceren.
Het is sowieso al moeilijk om goed af te stemmen op anderen; al snel ontstaat miscommunicatie of is er sprake van uitwisseling op verschillende golflengten. Zelfs mediators onderling kunnen hier last van hebben, ondervond ik onlangs … Let maar eens op hoe vaak je zegt of hoort: “Maar zo bedoelde ik het niet!” Woorden, lichaamstaal, verwachtingen, aannames, ervaringen en meer, zijn een complex systeem: de taal tussen mensen. ‘Ook dat nog,’ slaat op mensen die anders in elkaar zitten, anders communiceren, anders voelen, aanvoelen, of dat juist niet kunnen.
Ik spreek met stellen die al lange tijd niet goed zijn afgestemd en waarbij een van de partners pas na lang zoeken, na veel aanpassen met de gedachte ‘het zal wel aan mij liggen’, na talloze ingevingen, ontdekken dat er iets fundamenteel ontbreekt. Je kunt nog zo je best doen om af te stemmen op je partner, maar soms is er een handicap. De emotionele band is niet en wordt niet ten diepste.
“Ik voel het niet, ik ruik het niet en ik proef het niet …” zei een man in een sessie tegen zijn vrouw. Hij maakte er mee duidelijk dat hij niet tot verbinding met haar kon komen. Mijn idee over hem was, dat hij niet bij zijn gevoel kon komen. Het werd een scheiding en ik vraag me nog steeds af of het nodig was. Mogelijk had hij met psychologische hulp de kwestie rond zijn gevoel kunnen onderzoeken en ontwikkelen. Tenzij…
In een ander geval is er sprake van autisme. De vrouw heeft jaren geworsteld met vragen die terug te voeren waren op: waarom begrijpt hij mij niet? Hij voelt niet aan wat ik wil of waar ik behoefte aan heb. Hoe kan ik dat beïnvloeden? Hoe komt het dat hij altijd op mij leunt? Hoe kan ik meer gezien worden in onze relatie. Discussies, ruzies en onbegrip tot gevolg en om dat tegen te gaan, aanpassen, jip en janneke-taal, beeldspraak vermijden en eenduidige boodschappen, ’opdrachten’ geven. Na jaren van zelfkritiek, veel lezen en gesprekken met anderen, komt het inzicht dat er inderdaad iets aan de hand is. Er verandert dan werkelijk iets. Er is opluchting over de ontdekking, maar verdriet en twijfel groeien over de eenzaamheid in de relatie en hoe dat dan verder moet. In het Magazine van De Volkskrant (Lust en liefde van 09-03-2016) staat: ‘Tegen allen die in een liefdesverhouding zitten met een autist*, zou ik willen zeggen: wegwezen of accepteren. Het wordt nooit beter. Een autist is niet in staat tot echte liefde. Ik kan het weten, want ik ben er een en met mij valt niet te leven.’ Ga er maar aan staan, als je die ontdekking doet …
Het is niet de vraag alleen of iemand wil afstemmen, maar ook of diegene het kan!
Ontwijkers, gemakzuchtigen en profiteurs zou ik vooral verantwoordelijk maken voor hun deel van de communicatie. Neem niet de aap op je schouder. Geef vooral ik-boodschappen hoe dat voor jou is en maak liefdevol duidelijk dat je in communicatie wel de ontvanger wilt zijn van boodschappen, maar niet de detective ernaar. Maak eerst contact mensen! Voor velen zou het gesprek hiermee sterk verbeteren. Maar als je partner beperkt is in het repertoir en dat ook niet kan leren, hoe kun je dan iemand blijven aanmoedigen ‘het te zien’ of ‘het te voelen’. Is dit de juiste persoon om op jouw behoeften mee af te stemmen en, als de liefde toch sterk genoeg is, kun je daar dan hulp bij zoeken?
Misschien is er herkenning. Schrijf er graag over in het vak hieronder.
Anoniem als je wilt.
*Persoonlijk vind ik de term ‘een autist’ minder respectvol uitgedrukt. Ik spreek liever over ‘iemand met autisme’.
Geef een reactie